Als het pas geregend heeft zijn de kleuren frisser en de mensen iets kinderlijker. Ze lachen dan. Wit is hier het hoofdverschijnsel, de witte handtas, de witte siervelgen, het witte hemd en de witte gevel. Wit is de kleur van de gekte. Een uit de hand gelopen kleurenmengeling op maandagmorgen. Teveel van alles. Gelukkig is de auto nog wat grijs. Dit is tenslotte Nederland, enige terughoudendheid is hier niet ongepast.
Het vierkant formaat (het lijkt wat hoger door de natte bomen, maar het blijft vierkant) biedt een degelijke benadering. De fotograaf is een kenner, hij heeft zijn toestel laag gezet, het trio halvelings onderaan in beeld geschikt en ook nog wat ruimte gehouden voor de huizen. De huizen en de auto, ze horen erbij. Het zijn nette huizen en het is een nette auto en er is geen enkele antenne, noch op de auto, noch op de daken. Weinig communicatie dus met de rest van de wereld.
De auto is echt en de huizen zijn echt, maar de mensen niet. De hoed is te klein, de jas is te klein en de handtas achterstevoren. Ze lachen met de tijd van vroeger. Ze lachen met de zotternij van na de oorlog. Ze lachen met het wit en met de automatische versnellingen. Ze lachen met al de vergissingen. Bij het begin van de nieuwe eeuw en via de kabels en antennes, weten de mensen weer andere dingen. In ieder geval teveel.
Het kleine meisje in het midden draagt een roze jurkje en een klein wit strikje in haar haar. Er staat een kleine boom boven op haar hoofdje. Ze zullen samen groot worden.

©Johan de Vos