Fotograaf Hannes Wallrafen (73) werd blind, nu maakt hij een voelmaquette voor in het Rijksmuseum: ‘Zien met je handen vraagt om geduld’

Foto van Hannes Wallrafen voor het Rijkmuseum.

Foto van Hannes Wallrafen voor het Rijkmuseum.
Foto: Koosje Koolbergen

Toen fotograaf Hannes Wallrafen (73) twintig jaar geleden blind werd, leerde hij zijn andere zintuigen beter kennen. Voor het Rijksmuseum maakte hij een audio- en voelmaquette die het museum tot leven brengt voor blinden en slechtzienden. ‘Zien met je handen in plaats van met je ogen vraagt om geduld.’

Foto van de voelmaquette van het Rijksmuseum

Foto: Koosje Koolbergen

Zou u liever met de lift willen?’ vraagt de gidsstem. ‘Welkom. Dit is de passage die door het midden van het museum loopt. Het is een lange, drukke doorgang met pilaren en gewelven, die het Museumplein verbindt met de Stadhouderskade. Een rode pijl wijst in de richting van het Museumplein. Links en rechts van de pijl bevinden zich de toegangsdeuren. Direct achter de pijl is de lift naar beneden. Kijk bij het oversteken uit voor passerende fietsers.’ Op de achtergrond weerklinken de vertrouwde geluiden van de Rijksmuseumpassage – de galm van een violist, het klingelen van fietsbellen.

De 73-jarige fotograaf en audiokunstenaar Hannes Wallrafen, die een donkere bril draagt en in zijn rechterhand een blindenstok vasthoudt, raakt de rode pijl aan die de Rijksmuseumpassage in het schaalmodel markeert. Vervolgens voelt hij met zijn handen de vorm van het imposante, 19de-eeuwse gebouw van Pierre Cuypers.

 

Naast het schaalmodel ligt een kleinere variant van het museum, dat uit de 3D-printer komt. “Zodat je in één keer het complete gebouw in handen kunt houden,” zegt Wallrafen.

Museumbelevenis voor blinden

De wit-grijze maquette prijkt sinds medio juni naast de audioafgifte in het atrium van het Rijksmuseum. Wallrafen, die op het onderscheiden van licht en donker na blind is, werkte er vier jaar lang aan. Het model, op schaal 1:280, bestaat uit drie scharnierende verdiepingen en een dak. Het is ontworpen om de museumbeleving van blinden en slechtzienden te vergroten. Bezoekers kunnen door het schaalmodel het Rijksmuseum voelen en een indruk krijgen van het gebouw, zodat ze zich een beeld kunnen vormen van hoe het eruitziet.

De maquette heeft 31 audiopunten, elk uitgerust met een sensor. Bij aanraking krijg je via een koptelefoon informatie over de ruimte en hoor je de achtergrondgeluiden. Met je handen kun je de vorm en de materialen van de ruimte voelen.

Via de lift in de passage bereik je de onderste laag van het museum, het atrium. Daar bevindt zich op de maquette het volgende audiopunt. ‘Ground floor,’ klinkt door de koptelefoon. Op de achtergrond hoor je het geluid van klinkende koffiekopjes uit het café. ‘Dit is het atrium. Je staat hier bij de trap naast de uitgang aan de oostzijde. De vloeren en trappen zijn gemaakt van Portugese kalksteen met duizenden fossielen. Boven je bevindt zich een glazen puntdak van 28 meter, wat het atrium een elegante uitstraling geeft en het nog groter doet lijken.’

“Het model helpt om meer begrip voor het gebouw te krijgen,” zegt Wallrafen terwijl hij door het atrium loopt. “Ik noem dat het geestesoog – iets verbeelden zonder het daadwerkelijk te zien.”

Het model dient als wegwijzer voor blinden, maar net zo goed voor zienden. “Weinig mensen kunnen overweg met een 3D-plattegrond van een museum. Ik merk vaak dat ze blijven draaien met een kaart die ze niet begrijpen.”

Echolocatie

Van het atrium lopen we naar een van de workshopkamers van het museum, een kleine koele ruimte met kruisgewelven onder het atrium. Daar haalt Wallrafen een apparaatje uit zijn zak. “Zal ik even demonstreren wat ik vaak gebruik als ik ergens ben?” vraagt hij. “Met dit apparaatje, een soort clipje, kun je horen hoe kort de audioreflecties zijn, zodat je een idee krijgt van de ruimte waarin je je bevindt. Hier zijn de reflecties vrij kort, wat betekent dat ik dicht bij een muur zit. Het plafond kan hier niet hoger zijn dan tweeënhalve meter. In het atrium, waar het plafond veel hoger is, zou de reflectie veel meer weggeschoten worden.”

Echolocatie heet deze methode – vleermuizen gebruiken dit om hun weg en voedsel te vinden in het donker. Wallrafen vertelt over een keer dat hij, met een groep, onder begeleiding van een blinde Amerikaan door het bos liep. “Hij kon feilloos met een tongklik berekenen dat er op drie meter een lantaarnpaal stond en op vier meter op elf uur een dunne boomstam. Zo geoefend ben ik niet.”

Wallrafen, een gelauwerde Duitse fotograaf die al sinds 1970 in Amsterdam woont, kwam twintig jaar geleden plotsklaps in de blinde wereld terecht. Door een zeldzame oogaandoening van de oogzenuw, Leber opticus atrofie (loa), ging zijn zicht in drie maanden tijd van 110 naar 2 procent. In Nederland lijden zo’n vierhonderd mensen aan loa. ‘Een nachtmerrie voor ieder mens, maar zeker voor een fotograaf. De wereld werd een visuele herinnering,’ schreef hij in zijn boek De blinde fotograaf.

“In de tijd dat ik blind werd, was ik die rare, niet-zichtbare wereld aan het ontdekken,” zegt Wallrafen. “Ik was met een vriend naar een concert in het Muziekgebouw. Het was net opgeleverd en ik was erg benieuwd naar het interieur en de ruimte. Amsterdam is mijn stad en ik wil dat soort rare witte vlekken ook weer kunnen inkleuren.”

Wallrafen kreeg een beschrijving van het gebouw. “Dan begint er een beeld te ontstaan.” Een maand later bezocht hij het Muziekgebouw opnieuw, deze keer met een andere vriend. Hij vroeg weer om een beschrijving. Die was totaal anders dan de eerste. “De vorige vriend met wie ik was, was helemaal vergeten te melden dat het Bimhuis op een heel rare manier het gebouw uit- en insteekt. Toen kwam het zure besef dat ik voortaan afhankelijk zou zijn van secundaire beschrijvingen.”

“Uit deze ervaring ontstond de vraag: hoe zou het zijn als ik een gebouw zou gaan schalen totdat ik het met mijn handen kan omvatten, en als ik er dan audio aan toevoeg met akoestiek van het geheel?” zegt Wallrafen. “Dat idee werkte ik, ook aan de hand van de input van andere blinde mensen die ik leerde kennen, uit tot een concept. Toen begon het echt vorm te krijgen.”

Tweede Kamer

Binnen de blinde gemeenschap vroeg Wallrafen: welk gebouw zou je het liefst willen verkennen? De Tweede Kamer kwam als favoriet naar voren, gevolgd door het Rijksmuseum en het Muiderslot. “Veel blinden en slechtzienden volgen de dinsdagverslagen op de radio en wilden weten: waar bevindt zich vak K? Waar staat de interruptiemicrofoon? Hoe zijn de tulpstoelen vormgegeven?”

De audiomaquette van de Tweede Kamer, voltooid in 2014, was de eerste opdracht van Wallrafens Stichting Geluid in Zicht, die zich richt op het toegankelijker maken van de wereld voor slechtzienden.

Nederland ratificeerde in 2016 het VN-verdrag voor toegankelijkheid, waarmee het zich verplichtte aan de bescherming van mensen met een handicap en de bevordering van hun rechten. “Toen onze stichting in 2009 begon met audiomaquettes was dat echt pionierswerk,” zegt Wallrafen. “Daarom wilde ik precies weten: hoe schaal je een model en tot welke afstanden kun je gaan? Bij de TU Delft vond ik twee masterstudenten die zich specialiseerden in tactiele en auditieve aspecten. Met hun inzichten ontwikkelden we een soort richtlijn voor de audiomaquettes.”

Na de maquette van de Tweede Kamer volgden schaalmodellen voor onder meer het Amsterdamse architectuurcentrum Arcam, het Rembrandthuis en Museum Ons’ Lieve Heer op Solder. In de voormalige schuilkerk kun je als blinde of slechtziende bezoeker het kraken van de trappen horen en de houten banken en het marmer en de tegels op de muren voelen.

“Zien met je handen in plaats van met je ogen vraagt om geduld,” zegt Wallrafen. “Voordat je echt iets begrijpt, zoals het model, heb je tijd nodig. Als ziende kun je een ruimte binnen een halve seconde scannen, een niet-ziende heeft daar veel langer voor nodig.”

Verplaatsbaar ontwerp

Wallrafen denkt als vrijwilliger binnen het Rijksmuseum al langer mee over de toegankelijkheid voor blinden en slechtzienden. Het idee voor een audiomaquette ontstond zeven jaar geleden in samenspraak met Cathelijne Denekamp, manager toegankelijkheid van het Rijks. Een belangrijke eis van het museum was dat het geen tafelmodel zou worden, maar een kleiner, verplaatsbaar ontwerp.

Wallrafen werkte samen met geluidstechnicus Robert Bosch en twee architecten: Laura Ubachs van Equinox Architectuur verzorgde het tekenwerk, Kaita Shinagawa van Studio KU+ bouwde de maquette. Wallrafen schreef de basisteksten voor de gidsstem en Jana Ricanek, die sinds 2017 rondleidingen voor slechtzienden en blinden in het Rijksmuseum verzorgt, maakte de teksten ruimtelijker. Wallrafen: “Daardoor worden details benadrukt die je anders misschien niet zou opmerken.”

Na veertig jaar als fotograaf heeft Wallrafen nu een nieuwe carrière als audiokunstenaar. “Als fotograaf had ik een te sterk gefocuste blik op dat ene zintuig, op wat je ziet,” zegt hij. “Daarmee beperkte ik mezelf. In dat opzicht vind ik die blindheid ook een cadeau, omdat ik de afgelopen twintig jaar zoveel meer heb kunnen ontdekken op zintuiglijk vlak en dat heb weten om te zetten in modellen. Op die manier de wereld ervaren zie ik als een verrijking.”

Voelschilderij gemaakt door Lisouk Thörig van de Pol. Foto door: Koosje Koolbergen

Voelschilderij gemaakt door Lisouk Thörig van de Pol. Foto door: Koosje Koolbergen

Beeld Koosje Koolbergen

Comments are closed.

Post Navigation